Familie Van Lanckvelt

Gemertenaar Joris van Lanckvelt behoorde via zijn moeder Hadewich tot een niet-adellijke tak van de familie Van Lanckvelt. Zijn vader was Willem Jan Aert Truyen, maar Joris gebruikte ‘Van Lanckvelt’ als achternaam. Hij had twee zusters, Cornelia en Barbara.

Toen hij vijftien jaar was, is hij in ’s-Hertogenbosch ingetreden in het Gregoriushuis, een soort klooster van de broeders des Gemeenen Levens (van het gemeenschappelijke leven). De broeders beheerden daar een paar kosthuizen voor leerlingen van de Bossche Latijnse School. Ook Joris zelf zal die school gevolgd hebben. Als broeder kreeg hij tot taak de leerlingen van zo’n kosthuis bij hun studie te begeleiden en bijlessen te geven: Latijn, misschien ook Grieks, kerkzang en kalligrafie. Door eigen studie bracht hij het rond 1515 tot docent aan die Latijnse School; hij werd in die jaren ook priester gewijd. Tevens vertaalde hij zijn achternaam in het Grieks, zette hem om in het Latijn en noemde zich deftig Georgius Macropedius. In 1530 werd hij rector van de Latijnse school in Utrecht, de Hieronymusschool. Zijn Bossche periode was midden in de jaren twintig al onderbroken geweest voor enkele jaren rectoraat op de Luikse Hieronymusschool, waar hij als interim-manager fungeerde. Het einde van zijn werkzaamheid in Utrecht viel ergens na januari 1557. Eind juli 1558 is hij in ’s-Hertogenbosch gestorven; doodsoorzaak was de pest, die ook het Gregoriushuis trof.

Latijn

De rector van een Latijnse school was verantwoordelijk voor het lesrooster en de boekenlijst. Macropedius zette in Utrecht meteen Grieks op het rooster; het leerboek schreef hij zelf: de eerste druk van zijn Griekse grammatica stamt uit 1530. Het werk kende tot 1571 minstens twaalf drukken. Zijn leerboek voor het schrijven van brieven was een internationale bestseller: het telde 36 drukken tussen 1543 en 1649. Ook voor de vakken Latijn, logica, poëzie en kennis van de kalender (rekenen met minuten, uren, dagen enz.) schreef hij boeken. Hij vond dat zijn leerlingen later een duidelijke brief in goed Latijn moesten kunnen schrijven en bij gelegenheid ook een correct Latijns gedichtje vervaardigen. Hij verzorgde verder boekjes met de teksten van de wisselende lezingen en gezangen van de kerkdiensten; bij moeilijke Latijnse woorden had hij aantekeningen of vertalingen gegeven.

Culturele vorming

Ook op het gebied van culturele vorming voor de studenten nam de rector zijn verantwoordelijkheid. De school trad enkele keren per jaar naar buiten met toneelstukken en muziekuitvoeringen, alles met teksten in het Latijn. Dit was natuurlijk mooie reclame voor de school, zeker als de rector zelf de schrijver en componist was. Macropedius is de auteur van twaalf toneelstukken (soms regelrechte kluchten, soms Bijbelse drama’s) en van een tiental schoolliederen, waarvoor hij waarschijnlijk ook nog de muziek componeerde.

Humanist

Macropedius was een humanist: hij bestudeerde de cultuur van Grieken en Romeinen en putte daar zijn inspiratie uit. Hij vereerde de grootste humanist van allen, Erasmus. Macropedius haalt veelvuldig stukjes aan uit Erasmus’ werken en verwijst er vaak naar. Hij was een fanatiek voorstander van het vak Grieks op de Latijnse school. Macropedius had als humanist een ‘Griekse’ naam gekozen (en niet het Latijnse Longicampius of zoiets). Hij heeft zelfs de moeite genomen de beginselen van het Hebreeuws te leren: hij wilde de bijbel graag in de originele talen kunnen lezen.

 

Uw browser is verouderd

Update uw browser voor een optimale weergave. Nu updaten

×